De Oostenrijkse mededingingsautoriteit heeft 2 weken extra nodig om de overname van Hali en Svoboda door het consortium Bene en Neudörfler te beoordelen.
In een bericht op haar website schrijft de autoriteit dat er de afgelopen vier weken informatie is ingewonnen bij 300 eindgebruikers en 172 concurrenten in binnen- en buitenland. 82% van de eindgebruikers en 63,4% van de concurrenten heeft gereageerd op deze verzoeken. Daarnaast heeft de BWB uitvoerige gesprekken gevoerd met de betrokken partijen.
Tijdens deze gesprekken zijn diverse zaken met betrekking tot productielocaties, werknemers, merkstrategiën en martkaandelen besproken die opnieuw door de BWB gevalideerd moeten worden.
Op verzoek van de partijen wordt het onderzoek door de BWB verlengd met 2 weken tot 26 maart 2018.
Verschil van inzicht
Hoewel de BWB kijkt naar de marktconcentratie binnen Oostenrijk, is Grossnigg, eigenaar van Bene en Neudörfler, de mening toegedaan dat de mededingingsautoriteit moet kijken naar de markt in Europa als geheel : “Binnen de Europese kantoormeubelmarkt hebben we een miniem marktaandeel” zegt hij. Daarnaast beweert Grossnigg dat de nieuwe combinatie een marktaandeel van slechts 25% in Oostenrijk heeft, waar de BWB op basis van andere rapporten en uitgangspunten rekent met een marktaandeel van 70%.
Het Oostenrijkse Trend.at meldde in een artikel enkele dagen geleden dat Grossnigg inmiddels de BWB heeft aangeboden dat in geval van een overname de individuele ondernemingen en productielocaties tenminste drie jaar blijven bestaan. Daarnaast zou het failliete Svoboda niet langer onderdeel uitmaken van de koop.
Of dat aanbod voldoende is om de zegen van de mededingingsautoriteiten te krijgen is de vraag die over twee weken beantwoord wordt.