Een nieuw jaar, maar een ‘oude’ traditie: het formuleren van de CfPB indicator voor 2015. De CfPB indicator geeft de gemiddelde tevredenheid en ontevredenheid weer over 21 werkomgevingaspecten, die we meten door middel van WerkOmgevingsDIagnoses (WODI). De CfPB indicator voor 2015 bestaat uit 118 casestudies met in totaal 20.320 respondenten uit 45 verschillende organisaties (gemeten in 2007–2014).
Figuur 1: De CfPB Indicator 2015 – Gemiddelde percentages tevreden en ontevreden medewerkers over de verschillende werkomgevingaspecten (van meest naar minst tevreden)
De meeste onvrede is zichtbaar bij de aspecten binnenklimaat, concentratiemogelijkheden en privacy. Hier is gemiddeld het hoogste percentage medewerkers ontevreden over. Gemiddeld zijn de meeste medewerkers juist tevreden over de aspecten bereikbaarheid van het gebouw, de communicatiemogelijkheden en het licht in de werkomgeving. Het meeste belang wordt gehecht aan het comfort van de werkplek, de bereikbaarheid van het gebouw en de concentratiemogelijkheden.
In 2015 worden alle nieuwe casestudies vergeleken met deze benchmark. Maar omdat het ene kantoor het andere niet is, kunnen nieuwe casestudies niet alleen afgezet worden tegen deze algemene CfPB indicator, maar ook tegen indicatoren van voor de organisatie vergelijkbare werkomgevingen. Te denken valt aan traditionele kamerkantoren met vaste werkplekken (o.b.v. 39 casestudies met 7.557 respondenten) of juist kantoren met een grotere diversiteit aan soorten open en gesloten plekken en flexibel werkplekgebruik (o.b.v. 60 casestudies met 10.437 respondenten).
Heel veel meer over werkplekken en werknemers bij het Centre for People and Buildings CfPB