De mededingingsautoriteiten in Oostenrijk hebben het onderzoek naar de overname van kantoormeubelfabrikanten Hali en Svoboda door Bene en Neudörfler afgerond en zien geen bezwaar tegen de vorming van een nieuwe grote speler op de Europese kantoormeubelmarkt. Wel hebben de betrokken ondernemingen een aantal toezeggingen moeten doen op het gebied van prijsvorming en productielocaties.
Tenminste drie productielocaties blijven voorlopig bestaan
Zoals twee weken geleden al werd gezegd, heeft Grossnigg, eigenaar van de groep ondernemingen, toegezegd dat tenminste drie productielocaties gedurende een periode van 3 jaar blijven bestaan. Het betreft hier de fabrieken in Waidhofen/Ybbs (Bene), Neudörfl/Leitha (Neudörfler) und Eferding (Hali Büromöbel). De toekomst in St. Pölten (van het failliete Svoboda) is nog ongewis.
Prijsbeleid ongewijzigd voor bestaande klanten
Naast het feit dat de nabije toekomst voor 3 fabrieken verzekerd is, heeft de mededingingsautoriteit als extra waarborg de toezegging gekregen dat ook de merken die in de drie locaties gevestigd zijn (Bene, Hali en Neudörfler) gedurende tenminste drie jaar blijven bestaan, en dat ze richting bestaande klanten een ongewijzigd prijsbeleid hanteren bij gelijkblijvende kwaliteit. De enige uitzondering is een toegestane prijscorrectie aan de hand van het inflatiecijfer. Tenslotte is overeengekomen dat Hali en Svoboda in de genoemde drie jaar vrij zijn in het prijsstelling en leverancierskeuze.
“Het was voor ons een langdurig, kostbaar en tijdsintensief proces om de toestemming van de mededingingsautoriteit te krijgen, maar we hebben ons niet van onze plannen laten afbrengen. We zien grote mogelijkheden om tot ver buiten onze landsgrenzen een belangrijke leverancier van kantoormeubilair te worden. Daarom hebben we ook ingestemd met de eisen die de autoriteit aan ons stelde, ondanks dat deze aanzienlijke economische nadelen voor ons met zich meebrengen” zegt Erhard Grossnigg in de Oostenrijkse media